De fractie van Hart van Hoorn heeft het college van B&W om opheldering gevraagd over de aanhoudende aanwezigheid van kledingcontainers die zonder vergunning in onze gemeente zijn geplaatst.Inwoners hebben herhaaldelijk melding gedaan van deze “wild geplaatste” bakken, maar de gemeente geeft aan dat verwijdering pas na circa drie maanden plaatsvindt. Volgens Hart van Hoorn is dat onacceptabel.
Meten met twee maten
Fractievoorzitter Chris de Meij wijst erop dat ondernemers bij het kleinste straatmeubilair, zoals een bloembak, direct handhaving opgelegd krijgen, terwijl illegale kledingbakken maandenlang blijven staan. “Dit wekt de indruk van ongelijke behandeling, en dat tast het vertrouwen in het gemeentebestuur aan.”
De vragen aan het college
Hart van Hoorn wil onder meer weten:
- Wanneer de eerste melding over illegale kledingcontainers binnenkwam.
- Hoeveel meldingen er in totaal zijn gedaan en hoe daarop is gereageerd.
- Waarom directe handhaving uitblijft.
- Of de gemeente bereid is de bakken per direct te verwijderen en de kosten te verhalen op de eigenaar.
- Om hoeveel containers het gaat en welke organisaties hiervoor verantwoordelijk zijn.
Oproep tot actie
Hart van Hoorn vindt dat de gemeente per direct moet ingrijpen en de illegale kledingcontainers uit het straatbeeld moet verwijderen. “Onze ondernemers en inwoners hebben recht op gelijke behandeling. Regels gelden voor iedereen,” aldus de fractie.